Horecavoorziening nieuwe sporthal in Heist-op-den-Berg : een gemiste kans !

“Wat ons ook onmiddellijk opviel is dat er geen privégedeelte voorzien is voor de uitbaters van de cafetaria.  Achter de cafetaria zijn  er opslagruimtes en een keuken voorzien, die ook veel te klein zijn.  Een ruimte waar de uitbater of zijn personeel even tot rust kan komen, is er niet”, merkt Joris De Preter (N-VA) op.

Joris was zelf 13 jaar commercieel medewerker bij verschillende brouwerijen en betreurt de gemiste kans : “Wat men hier gemaakt heeft, is een “cafetaria uit de jaren ’80".  Spijtig genoeg heeft men er geen rekening mee gehouden dat de bezoeker, en dus ook het uitbaten van een Horecazaak in al die jaren enorm geëvolueerd is.  Bezoekers zijn veeleisend geworden en uitbaters anno 2012 zijn echte ondernemers geworden. Zij moeten op een professionele manier hun klanten met de beste zorgen kunnen bedienen.  Een minimum aan comfort en een maximum aan mogelijkheden om de belevingswaarde te vergroten, zijn noodzakelijk.” 

N-VA vindt het dan ook zeer spijtig dat men zo lichtzinnig is omgesprongen met dit belangrijke “sociale gedeelte” van de sporthal.  Het sociale aspect is immers voor vele recreatieve sportbeoefenaars heel belangrijk,  zoniet belangrijker dan de sport  zelf.

Het is vooral jammer omdat wij reeds in een vroegere gemeenteraad deze tekortkomingen hebben aangehaald.  Toen had men nog de kans om er iets aan te doen.

Joris De Preter vraagt zich af of de plannenmakers ooit naar andere sporthallen zijn gaan kijken ?  “Herselt is bijvoorbeeld het bewijs dat het wel kan.  Een prachtige, multifunctionele cafetaria waar niet alleen de sporter zich thuis voelt. Herselt heeft een Horecagedeelte met een totale oppervlakte van meer dan 600m2.  Een gedeelte hiervan kan bijvoorbeeld apart afgesloten worden, wat de uitbater dus op rustiger momenten kan gebruiken om bv. kinderfeestjes te geven.” 

Hierbij komt nog dat de lastvoorwaarden, opgelegd door het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB), voor de uitbater financieel onrealistisch zijn.  Hij huurt als uitbater een ruimte, met enkel de basisvoorzieningen (vloer, ramen en deuren, elektriciteit, verwarming en water) maar bovendien zonder mogelijkheid tot woonst.  Alle aankleding en investering moet de uitbater zelf nog bekostigen. Die investering komt gauw op 200.000€, waar bovenop nog een maandelijkse huur komt.  Dit is geen goede uitvalsbasis voor een duurzame en kwalitatieve uitbating, die de bezoekers verwachten en verdienen.  Het feit dat men, na 2 bekendmakingen, nog steeds geen uitbater heeft gevonden, bevestigt alleen maar onze stelling.

Spijtig !  Alweer een gemiste kans ! We gaan een sporthal krijgen waar andere gemeentes alleen maar van kunnen dromen, maar door een gebrek aan een volwaardige cafetaria, zal het weer iets hebben van “net niet”… besluit Joris.

Ook Jan De Haes (lijsttrekker voor de provincie bij N-VA) is kritisch.  Jan, die zelf al bijna 30 jaar uitbater is, en die tot voor kort jarenlang Vlaams voorzitter van de horecafederatie was, merkt daarbij op dat Heist immers een gemeente met veel horeca-technologie is. “Voor een beter plan hadden de bouwheren niet ver moeten gaan.  Naast enkele gespecialiseerde leveranciers bevinden er zich op ons grondgebied ook tal van collega-uitbaters met vele jaren ervaring.”

N-VA wil daarom dat een bestuur voortaan niet alleen zijn oor richt naar dure plannenmakers.  Het is nooit verkeerd om een groepje “lokale” ervaringsdeskundigen samen te brengen en naar hun constructieve suggesties te luisteren.  Hun inbreng is gratis maar had goud waard kunnen zijn.  En dat principe geldt ook voor alle andere beleidsdomeinen.